Er zijn ongeveer 7.000 verschillende talen, waarvan Engels de grootste invloed heeft op de wereldwijde handel. Ongeveer 380 miljoen mensen spreken Engels als moedertaal. Meer dan een miljard mensen spreekt Engels als tweede taal of beheerst deze taal goed. Maar het blijft niet bij alleen Engels. Er zijn verschillende soorten Engels, denk aan Brits-Engels, Amerikaans-Engels en Australisch-Engels. Maar wat zijn de verschillen tussen deze 3 soorten Engels?
Brits-, Amerikaans- en Australisch-Engels
Brits-Engels en Amerikaans-Engels worden het meest gesproken. Amerikaans-Engels wordt voornamelijk gesproken in Amerika en Canada, Brits-Engels wordt gesproken in het Verenigd Koninkrijk en in andere Engelstalige landen. In Australië spreken ze Australisch-Engels. Het Australisch-Engels is een combinatie van Brits-Engels, Iers-Engels en Amerikaans-Engels. Australisch-Engels heeft een grote hoeveelheid eigen woorden en uitdrukkingen. Vooral het accent is een van de grootste verschillen.
Woordenschat
Het belangrijkste verschil tussen Brits-Engels en Amerikaans-Engels is waarschijnlijk de woordenschat. Zo kunnen bepaalde woorden een andere betekenis hebben. Of er worden andere woorden gebruikt voor hetzelfde voorwerp. Voor bijvoorbeeld vakantie worden verschillende woorden gebruikt. In het Brits wordt daar het woord holiday voor gebruikt, in het Amerikaans vacation. In het Brits-Engels wordt friet chips genoemd, in het Amerikaans-Engels french fries en in het Australisch-Engels hot chips of cold chips. Veel alledaagse woorden verschillen van elkaar. Snoep is candy in het Amerikaans, sweets in het Brits en lollies in het Australisch.
Uitspraak
Ook de uitspraak van Engelse woorden is anders. Daarnaast zijn er honderden verschillende accenten. Amerikaans-Engels wordt gesproken met ‘neutrale’ mondbewegingen en kent weinig moeilijke klanktechnieken. Het Amerikaans-Engels wordt meestal gesproken met een ‘harde’ r. Bijvoorbeeld het woord smarter. In het Amerikaans-Engels spreek je smarter uit zoals je het leest, de laatste r valt niet weg. In het Brits-Engels en Australisch-Engels spreek je smarter uit als ‘smaa-tuh’.
Spelling
Er zijn twee soorten spelling. Brits- en Australisch-Engels hebben dezelfde spelling, Amerikaans-Engels is anders.
Een aantal voorbeelden (Amerikaans-Engels – Brits/Australisch-Engels):
Color – colour
Organize – organise
Analog – analogue
Center – centre
Grammatica
Naast verschillen in de woordenschat, uitspraak en spelling zijn er ook kleine verschillen in de grammatica. In het Amerikaans-Engels maken ze bijvoorbeeld vaker gebruik van de past simple: I ate dinner already. In het Brits- en Australisch-Engels zouden ze zeggen: I have eaten dinner already. Een ander verschil is ‘I learned it’ (Amerikaans-Engels) en ‘I learnt it’ (Brits-/Australisch-Engels).
Wilt u verzekerd zijn van een goede Engelse vertaling? Vertaalbureau Textwerk staat voor u klaar.